Skip links

Kasten vol schuldgevoel

Vrij Nederland | Reportage

In Nederlandse musea liggen schedels uit voormalige koloniën. In dit artikel voor Vrij Nederland onderzoek ik met twee collega’s hoe het Tropenmuseum met deze koloniale erfenis omgaat. 

Geschrokken sloeg Wouter de kartonnen flap van de verhuisdoos dicht. Een muffe, weeïge geur steeg op uit de doos. De geur van beenmerg en de dood, dacht hij. Wouter zat al dagenlang in zijn eentje in de atoombunker onder het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam. Een lage ruimte gevuld met depotkasten met daarin bruine verhuisdozen, fel verlicht door TL-balken.

Hij stond op, het cassettebandje was afgelopen. Om het werk nog enigszins aangenaam te maken, had hij oude tapes met interviews meegenomen om in de kelder te beluisteren. Wouter was gefascineerd door een interview met Bart Huges, de student medicijnen die in de jaren zestig een gaatje in zijn voorhoofd boorde: auto-trepanie. Een oud ritueel, hoorde Wouter hem op de bandjes uitleggen, om een verruimd bewustzijn te krijgen.

Opnieuw zette Wouter het bandje aan en tilde voor de tweede keer voorzichtig de flap op van de bruine verhuisdoos. Er lag een hoofd, ingevallen alsof het van leer was. Maar het was echt: een mensenhoofd.

Het was niet de eerste schedel die hij oppakte, maar wennen deed het niet. De schedel die hij in zijn handen had, was vroeger van een mens. Dit was niet wat hij in gedachten had, toen hij stage wilde lopen bij het Tropenmuseum.

Het was 2002 en de jonge Wouter Bijdendijk studeerde museologie in Amsterdam. Een stage in het museum over buitenlandse culturen leek hem wel wat. Maar Susan Legêne, hoofd museale zaken van het Tropenmuseum, had een speciale klus voor hem: hij mocht een vergeten collectie inventariseren. 

In de atoombunker van het AMC lagen in oude verhuisdozen de overblijfselen van het Nederlandse koloniale verleden. In de dozen zaten duizenden botten, schedels en lichaamsdelen op sterk water. Menselijke resten die waren meegenomen uit mortuaria en van begraafplaatsen in toenmalig Nederlands-Indië, Nederlands-Nieuw-Guinea en andere overzeese gebieden. Menselijke resten die in het bezit zijn van het Tropenmuseum.

Nu, zestien jaar later liggen de resten nog steeds in het Tropenmuseum. De tijdgeest is dwingend: nationaal en internationaal zijn musea bezig met ‘dekoloniseren’: ze erkennen de koloniale of racistische achtergrond van hun collectie en worstelen met de vraag hoe ze een verhaal van kolonialisme en slavernij kunnen vertellen dat recht doet aan het verleden.

Tekst: Nienke Zoetbrood
Onderzoek: Rokhaya Seck, Lauren Fabels, Nienke Zoetbrood
Beeld: Rokhaya Seck